-
1 einfallen
einfallen1 invallen, te binnen schieten2 invallen, in(een)storten♦voorbeelden:1 lass dir das ja nicht einfallen! • dat zou ik maar niet doen!du musst dir etwas einfallen lassen • je moet een oplossing zien te vindenwas fällt dir denn ein! • hoe kom je erbij!〈 informeel〉 das fällt mir nicht im Traum ein! • geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt! -
2 du musst dir etwas einfallen lassen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > du musst dir etwas einfallen lassen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский
